FAQ

Welke sterilisatiemethode wordt aanbevolen met het ACCESS-systeem?

De aanbevelingen voor reiniging en sterilisatie zijn dezelfde als voor de instrumenten. Reinig en verwijder alle restweefsel van de vijlen (gebruik eventueel een hulpmiddel zoals een loep). Dompel de instrumenten vervolgens onder in een ultrasoon bad gecombineerd met een ontsmettende oplossing. Het is belangrijk om de klassieke cycli te respecteren die door de fabrikanten worden aanbevolen. Na het ultrasoon bad, spoelt u de instrumenten af onder stromend water en laat u ze drogen.  Stop ze daarna in sterilisatiezakken en laat ze een ontsmettingscyclus in een autoclaaf bij 134°C doorlopen. 

Hoe vaak kunnen deze producten worden gebruikt?

Access-vijlen zijn ontwikkeld en getest om 10 keer gebruikt te kunnen worden. Het ene wortelkanaal is echter het andere niet en sommige zijn moeilijker dan andere. De voorbereiding van één enkel wortelkanaal staat daarom niet gelijk aan één gebruik van de vijl. Access stelt daarom het volgende systeem voor:

Voorbereiding van een relatief breed en recht kanaal = 1 toepassing

Voorbereiding van een gebogen OF verkalkt kanaal = 2 toepassingen

Voorbereiding van een gebogen en verkalkt kanaal = 3 toepassingen 

Wat is de modus operandi voor de Go-Taper? 

Wat is de modus operandi voor de Go-Taper flex? 

Wat is de modus operandi van de Reverso Silver en Blue?

REVERSO SILVER:

REVERSO SILVER bij herbehandeling: 

REVERSO BLUE:

Wat is de modus operandig voor de Easy File Flex?

Wat is de modus operandi voor Go-Taper Retreatment?

Wat is de modus operandi voor Go-Taper Blue?

Wat is de modus operandi voor Go-Taper X?

Hoe moet de motor worden afgesteld op de vijl? 

KENMERKEN

ACCESS- PRODUCTEN

CONTINUE ROTATIE

ALTERNERENDE BEWEGING

GO-TAPER

REVERSO

EASY FILE

GO-TAPER UNIVERSAL

GO-TAPER RETREATMENT

GO-TAPER FLEX

GO-TAPER BLUE

GO-TAPER X

REVERSO SILVER

REVERSO BLUE

EASY-FILE FLEX

TORQUE

A0, A1 ➜ 5

2-5.2

A2, B1 ➜ 1.5

A0, A1, B2, B3, B4, B5 ➜ 3

2

3.5

3.5

3.5

A2, B1 ➜ 2

B2, B3, B4, B5 ➜ 3

A0, A1, B2, B3, B4, B5 ➜ 3.0

A2, B1 ➜ 1.5

SNELHEID (TPM)

300

250-300

Voor obturators op basis van zinkoxide-eugenol

250-350

250-350

300

250-350

250-350

250-350

500
Voor Gutta Percha

 PRODUCTEN GO-TWO

(lengte 16mm en 21mm)

CONTINUE ROTATIE

CONICITEIT

ISO

SNELHEID (TPM)

TORQUE

4%

N°10

250

1.2

N°35

250

1.2

N°40

250

2

5%

N°15

250

1.2

N°30

250

1.2

6%

N°20

250

2

N°25

250

2

N°30

250

1.5

N°35

250

1.5

N°40

250

2

7%

N°25

250

2

Hoe moet de motor worden afgesteld op de voor-verlengers?

PRODUCTEN

VIJLEN 

CONICITEIT

ISO

SNELHEID (TPM)

TORQUE

BEWEGINGSTYPE

GO-GLIDER

2%

016

250

2.5

PREFILE

2%

BIJPASSENDE KIT

300

2

013

016

019

EASY-FILE FLEX GLIDER

2%

015

300

4

Hoe kies ik mijn systeem in functie van de te behandelen tand? 

Het wortelkanaalsysteem van elke tand is verschillend. Voor de keuze van de juiste instrumenten is het daarom belangrijk een retroalveolaire radiografie te maken en te analyseren. Access biedt u een tabel aan die de keuze van het instrument samenvat, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van het kanaal (gebogen en/of verkalkt) en de beweging tijdens de voorbereiding (continue of alternerende rotatie).

Als ik met mijn instrument niet de nodige lengte kan bereiken, wat moet ik dan doen?

Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad is het normaal dat u bij de eerste poging niet het complete kanaal kan prepareren. U mag in geen geval kracht zetten. 

1/ Trek de vijl terug en reinig de randen van de vijl zodat er geen débris achterblijft. Spoel het wortelkanaal uit met een natriumhypochlorietoplossing en begin dan opnieuw.

2/ Als u met de Access-vijl geen vooruitgang boekt, gebruik dan een manuele K-File nr. 10 om te controleren of er nog doorgang mogelijk is (misschien heeft zich een prop gevormd). 

3/ Geef altijd de voorkeur aan kleine opeenvolgende afwerkvijlen (niet meer dan 10 seconden in het kanaal), zodat er altijd een actief instrument is.

Welk irrigatiemiddel moet ik gebruiken met Access-vijlen? 

Tijdens de mechanische voorbereiding wordt aanbevolen om een natriumhypochlorietoplossing tussen 2 en 3% te gebruiken.